Een man is op 1 augustus 1996 in dienst getreden van een rubberfabriek in de functie van rubberpersbediende. Op 21 januari 2011 is hij slachtoffer van een bedrijfsongeval waarbij hij zijn rechter wijsvinger verliest.
De man stelt zijn werkgever aansprakelijk voor de schade als gevolg van het ongeval. De verzekeraar van de werkgever heeft de aansprakelijkheid erkend. De verzekeraar is echter niet bereid om een schade te betalen voor economische kwetsbaarheid.
Economische kwetsbaarheid
Volgens de Richtlijn Economische Kwetsbaarheid van de Letselschade Raad wordt economische kwetsbaarheid als volgt gedefinieerd:
“Van verhoogde economische kwetsbaarheid is sprake indien in de toekomst door een economisch feit – zoals bijvoorbeeld een ontslag als gevolg van een reorganisatie of faillissement – een periode van werkloosheid kan intreden die langer duurt dan ‘normaal’ door de door het ongeval ontstane beperkte mogelijkheden. Met een vergoeding voor verhoogde economische kwetsbaarheid wordt deze langere periode van (gedeeltelijke) werkloosheid financieel gecompenseerd.”
Rugklachten en ontslag
In juni en juli 2011 ontstaan er bij de man rugklachten waardoor hij in de Ziektewet terechtkomt. De rugklachten hebben niets met het ongeval te maken. In 2012 moet de rubberfabriek vanwege bedrijfseconomische omstandigheden een reorganisatie doorvoeren. De arbeidsovereenkomst van de man wordt met toestemming van het UWV opgezegd. Hij is met ingang van 1 juli 2012 uit dienst getreden.
In augustus 2014 heeft het UWV op basis van onderzoek vastgesteld dat meneer meer dan 65% van zijn maatmanloon kan verdienen. De man is alleen beperkt in de functie van zijn rechterhand, daarmee is hij niet in staat meer dan 10 kilo te tillen of dragen.
De man gaat weer solliciteren en krijgt in de zomer van 2015 een nieuwe baan als bouwopruimer bij een schoonmaakbedrijf.
Verzoekschrift deelgeschil
De verzekeraar van de voormalige werkgever heeft geweigerd een schadevergoeding te betalen voor economische kwetsbaarheid.
Op 16 juli 2015 is de advocaat van de werknemer daarom een deelgeschilprocedure gestart met het verzoek aan de rechter om de voormalige werkgever te veroordelen tot betaling van € 23.400,00 aan de werknemer voor economische kwetsbaarheid als gevolg van het ongeval.
Verweer werkgever
De voormalige werkgever stelt dat de werknemer door zijn rugklachten economisch kwetsbaar is en niet door het ongeval.
Uitspraak rechter
De rechter is het met de werknemer eens en stelt dat het verlies van de rechter wijsvinger tot economische kwetsbaarheid leidt.
Maar om de omvang van de mate van economische kwetsbaarheid vast te stellen, dient te worden vastgesteld welke beperkingen de werknemer heeft als gevolg van het ongeval. Daarnaast dient te worden vastgesteld welke beperkingen de werknemer al had vóór het ongeval. Het verschil daartussen dient te worden vertaald naar een schadevergoeding wegens economische kwetsbaarheid.
Om dit verschil te berekenen is nader medisch- en arbeidsdeskundig onderzoek noodzakelijk. Om die reden wordt het verzoek van de werknemer afgewezen. Het verzoek leent zich niet voor een deelgeschilprocedure.
Meer weten over causaal verband tussen ongeval en letselschade? Neem contact op met een ervaren letselschade advocaat.
Rechtbank Overijssel, 28 september 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:4490