Soms wordt het ergst denkbare waarheid: een naaste komt te overlijden. In het geval dat het overlijden het gevolg is van bijvoorbeeld een ongeval of een medische fout, kunnen nabestaanden een vergoeding vorderen voor de schade die zij lijden. Deze schade wordt overlijdensschade genoemd.
Overlijdensschade, hoe wordt deze berekend?
Op 19 november 2014 is een nieuwe methode voor het berekenen van overlijdensschade gepresenteerd. Aanleiding hiervoor was dat de bestaande rekenmethode zeer complex was en aan nabestaanden moeilijk viel uit te leggen. Het systeem was, gezien de maatschappelijke ontwikkelingen, niet meer van deze tijd.
De uitkomst van de overlijdensschade werd in de bestaande rekenmethode bepaald door ondoorzichtig schuiven met vaste en variabele kosten en het toekennen van schade aan partner of kinderen. De uitkomst van die berekening viel niet meer te herleiden tot de schade die de nabestaanden werkelijk ervaren door het wegvallen van een gezinslid.
Denktank overlijdensschade
De Denktank Overlijdensschade heeft zich sinds 2009 gebogen over de vraag of een nieuw vereenvoudigd rekenmodel kan worden ontwikkeld. Een model dat transparant, duidelijk voor iedereen te begrijpen is.
De nieuwe rekenmethode gaat ervan uit dat het gezin een economische eenheid is. Door het overlijden is het gezin een economische eenheid met één volwassene minder.
Berekening volgens nieuwe methode
De door de Denktank voorgestelde berekening gaat als volgt: in eerste instantie wordt gekeken naar het financiële aandeel van de overledene binnen het gezin. Met andere woorden: wat verbruikt een volwassene binnen het gezin en wat wordt daardoor bespaard als deze volwassene overlijdt? Voor het vaststellen van de omvang van deze besparing is, in samenwerking met het NIBUD een tabel ontwikkeld, welke cijfers bij de berekening worden gebruikt.
In stap 1 wordt deze besparing in mindering gebracht op het netto gezinsinkomen zonder overlijden. Het resultaat hiervan is de behoefte van het gezin na overlijden. Vervolgens wordt in stap 2 het totale netto gezinsinkomen na overlijden vastgesteld. Hierbij wordt rekening gehouden met extra inkomsten, besparingen en kosten als gevolg van het overlijden. Het verschil tussen stap 1 en 2 vormt de jaarschade.
Opvallend verschil
De nieuwe methode is inderdaad makkelijker te volgen en beter uit te leggen. Het totale netto gezinsinkomen zonder overlijden wordt vastgesteld waarna geen onderscheid meer wordt gemaakt in vaste en variabele lasten. Door deze benadering komt de persoonlijke keuze van het gezin voor de besteding van de variabele of de vaste lasten niet meer tot uiting. Dit is een opvallend verschil met het huidige model, waarin de omvang van de vaste lasten grote invloed heeft op de overlijdensschade.
Met de nieuwe rekenmethode is meer duidelijkheid en inzicht in de berekening ontstaan. Het is een benadering waarin meer ruimte is om de nabestaanden hun leven naar eigen inzicht te laten inrichten.
Of de berekening van overlijdensschade in de praktijk werkelijk beter en eenvoudiger wordt, zal moeten worden afgewacht. De toekomst zal het leren.