Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 21 juni 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:2489
Het ongeval
Een werkneemster is vanaf 2006 in dienst bij het distributiecentrum van de Lidl in de functie van orderpicker. Op 19 februari 2008 krijgt zij een ongeval.
Ten tijde van dit ongeval was de werkneemster van plan om twee trays yoghurt te pakken van een pallet. Om dit te kunnen doen, moet zij op een lege pallet gaan staan. Als zij van de lege pallet stapt, valt ze en loopt ze letsel op. De werkneemster heeft een gecompliceerde enkelbreuk opgelopen met blijvend letsel tot gevolg.
De werkgever heeft nagelaten om de Inspectie SZW (ook bekend als de Arbeidsinspectie) in te schakelen.
Aansprakelijkheid
Bij brief van 28 juni 2010 heeft de werkneemster haar werkgever aansprakelijk gesteld op grond van artikel 7:658 BW voor alle schade die zij heeft opgelopen als gevolg van het ongeval. De werkgever is verzekerd voor aansprakelijkheid bij Chartis.
Chartis heeft geen aansprakelijkheid erkend en stelt een onderzoek in naar de toedracht van het ongeval.
Voorlopig getuigenverhoor
De partijen verschillen van mening over de feitelijke toedracht van het ongeval. Ter verduidelijking van de toedracht van het ongeval heeft er op 24 september 2012 een voorlopig getuigenverhoor plaatsgevonden.
Gedurende dit voorlopig getuigenverhoor is door de distributiemanager verklaard dat binnen de onderneming aanwezige RI&E (Risico-inventarisatie en -evaluatie) het valgevaar vanaf de pallet niet aanwezig was.
Tussenvonnis kantonrechter
Bij tussenvonnis van 25 juni 2014 heeft de kantonrechter overwogen dat ervan kan worden uitgegaan dat zich op de werkvloer lege pallets bevonden en dat door Lidl geen bijzondere instructies zijn gegeven deze onmiddellijk weg te halen, nadat deze leeg zijn geraakt.
Volgens vaste rechtspraak moet ook rekening worden gehouden met het ervaringsfeit dat het regelmatig verkeren in een bepaalde werksituatie ertoe kan leiden dat ook de ervaren werknemer minder voorzichtig zal worden dan ter voorkoming van ongevallen raadzaam is.
Als de orderpickers de instructie zouden hebben een lege pallet niet te betreden maar deze te (laten) verwijderen, dan had zich ter plaatse geen lege pallet op de vloer had bevonden, waardoor het ongeval niet had plaatsgevonden.
Omdat Lidl niet onmiddellijk de lege pallets weghaalt nadat ze zijn leeggeraakt, en evenmin haar werknemers instrueert dat zij lege pallets niet mogen betreden, heeft Lidl naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende maatregelen getroffen of aanwijzingen verstrekt om het ongeval te voorkomen.
De kantonrechter wijst de vorderingen van de werkneemster toe. De werkgever gaat in hoger beroep.
Bewijslastverdeling
Het Hof behandelt in het onderhavige arrest de verdeling van stelplicht en bewijslast op grond van artikel 7:658 lid 2 BW. Deze verdeling luidt als volgt:
- De werknemer dient te stellen en zo nodig te bewijzen dat hij in de uitoefening van zijn functie schade heeft geleden. In het algemeen zal daartoe voldoende zijn dat komt vast te staan dat het ongeval hem is overkomen op de werkplek, waarbij het begrip werkplek ruim mag worden genomen. De juiste, exacte toedracht van het ongeval hoeft hij daarbij niet te stellen.
- Indien komt vast te staan dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade heeft geleden, is de werkgever in beginsel aansprakelijk, tenzij hij aantoont dat hij niet is tekort geschoten in zijn zorgplicht als bedoeld in lid 1.
- Slaagt de werkgever niet erin het bewijs te leveren dat hij aan zijn zorgverplichting heeft voldaan, dan is het causaal verband tussen zijn tekortkoming en het ongeval gegeven. Hij kan dan evenwel nog aan aansprakelijkheid ontkomen, indien hij stelt en bewijst dat nakoming van zijn zorgplicht het ongeval niet zou hebben voorkomen.
Wie bewijst de toedracht van een ongeval?
Deze verdeling van stelplicht en bewijslast kent als achtergrond dat van een werknemer mag worden verlangd dat hij stelt en zo nodig bewijst dat hij in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade heeft opgelopen, maar niet dat ook van hem mag worden verlangd dat hij aantoont wat nu precies de toedracht of oorzaak is geweest. [1]
Uitspraak van het hof
Het Hof ’s-Hertogenbosch bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter van 25 juni 2014. Het hof is van mening dat Lidl niet aan haar zorgverplichting heeft voldaan en daarmee is het causaal verband tussen haar tekortkoming en het ongeval gegeven. Ook het vereiste causaal verband tussen de zorgplichtschending en de schade acht hof aanwezig in het onderhavige geval.
Waar Lidl meent dat er redelijkerwijs geen maatregelen te treffen of instructies te geven waren die het ongeval hadden kunnen voorkomen, deelt het hof die mening niet. De onduidelijkheid die er tussen partijen blijft bestaan omtrent de toedracht van het ongeval werkt ook in deze uitspraak in het nadeel van de werkgever.
Meer informatie over aansprakelijkheid na een arbeidsongeval? Neem contact op met een letselschade advocaat van Utrecht Letselschade Advies.
[1] Hoge Raad 4 mei 2001, ECLI:NL:HR2001:AB1430 en HR 29 juni 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2432.