Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 20 juni 2016, ECLI:NL:OGEAC:2016:50
Op 28 mei 2009 vindt er een ongeval plaats op Curaçao tussen een vrachtwagen en een bus. Ten tijde van dit ongeval zijn de remmen van de vrachtwagen geblokkeerd waardoor de vrachtwagen overdwars op de weg komt te staan. De bus die de vrachtwagen tegemoet komt, kan niet meer ontwijken waardoor de aanrijding ontstaat.
De buschauffeuse loopt ernstig letsel op:
- haar linkerbeen is als gevolg van het ongeval geamputeerd,
- zij heeft hersenletsel opgelopen,
- ze is beperkt in het gebruik van haar linkerarm, en
- ze heeft een spraakgebrek opgelopen.
Het slachtoffer is als gevolg van het ongeval ernstig beperkt in het dagelijks leven en haar werk als buschauffeuse kan zij daardoor niet meer uitoefenen. Het letsel staat tussen partijen niet ter discussie.
Schadevergoeding en restantschade
New India, de verzekeraar van de vrachtwagen keert aan het slachtoffer een bedrag uit van 140.000 Antilliaanse gulden (dit komt neer op € 72.428,00). Met dit bedrag is de schade van het slachtoffer niet volledig vergoed. De restantschade bedraagt 404.035,42 Antilliaanse gulden (dit komt neer op € 209.020,00).
Aansprakelijkheid
Het slachtoffer stelt dat de werkgever van de vrachtwagenchauffeur aansprakelijk is voor de resterende schade, omdat een van zijn werknemers de veroorzaker is geweest van het ongeval. Het slachtoffer stelt dat de werkgever aansprakelijk is voor fouten van ondergeschikten op grond van artikel 6:170 BW.
Overmacht
De werkgever voert verweer met een beroep op overmacht. Zij voert daartoe aan dat de vrachtwagenchauffeur genoodzaakt was uit te wijken voor een verkeersfout van een ander, wat uiteindelijk leidde tot het ongeval.
Oordeel van het Gerecht
Er is alleen sprake van overmacht als een gemotoriseerde bestuurder geen enkel verwijt valt te maken tegenover de manier waarop hij aan het verkeer deelneemt. Als een andere weggebruiker een fout maakt, is dat alleen van belang als deze fout zó onwaarschijnlijk is dat de chauffeur hier geen rekening mee behoeft te houden.
Degene die zich op overmacht beroept, moet met feiten bewijzen dat er daadwerkelijk sprake was van overmacht. De werkgever dient in dit geval dus te bewijzen dat de fout van de andere weggebruiker zeer onwaarschijnlijk was.
Volgens het Gerecht is de werkgever hier niet in geslaagd. Het beroep op overmacht was slechts in algemene bewoordingen gesteld. De stellingen werden niet geconcretiseerd of onderbouwd.
Blokkeren van de remmen
Verder is uit het proces-verbaal van de politie gebleken dat de remmen van de vrachtwagen om onbekende reden onverwachts blokkeerden, waardoor de vrachtwagen dwars over de rijbaan doorschoof en vervolgens tegen de bus van mevrouw is gebotst.
Vanwege het blokkeren van de remmen wordt het overmachtsverweer gebaseerd op een verkeersfout van een derde, door het Gerecht afgewezen.
Het Gerecht verklaart voor recht dat de chauffeur en diens werkgever aansprakelijk zijn voor de geleden materiële en immateriële schade van het slachtoffer als gevolg van het auto-ongeluk. De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van 404.036,42 Antilliaanse gulden, vermeerderd met wettelijke rente en incassokosten.
Letselschadeadvocaat
Meer weten over letselschade en aansprakelijkheid na een verkeersongeval? Neem contact op met een letselschadeadvocaat van Utrecht Letselschade Advies.