In de nacht van 3 oktober 2010 kreeg de Politie in Limburg een melding dat in een natuurgebied in de omgeving van Thorn een tweetal paarden zouden zijn ontsnapt. De Politie was rond 04.00 uur ter plaatse en constateerde dat de paarden zich bevonden tussen twee wildroosters van genoemd natuurgebied.
Om de paarden tussen die twee wildroosters te houden heeft de Politie één wildrooster afgezet met rood/wit gestreept afzetlint en het andere wildrooster met oranje touw. Aan dit touw hing in het midden een stukje afzetlint als markering. Naast de wildroosters bevonden zich poortjes/hekjes waardoor fietsers en voetgangers het natuurpark konden betreden. De Politie heeft die poortjes/hekjes niet afgesloten.
Wielrenner
Op dezelfde dag is rond het middaguur een fietser het natuurgebied binnengegaan. De wielrenner had de eerste afzetting met lint gezien en was het gebied via een poortje naast het eerste wildrooster binnengekomen. Bij het tweede wildrooster fietste hij vanuit het zonlicht de schaduw in en daardoor had hij het touw niet gezien. Hij kwam door het touw ten val en raakte gewond aan zijn achillespees en nekwervels. Ook liep de fietser een gespleten lip op en raakte zijn fiets en zijn kleding beschadigd.
Om zijn letselschade te verhalen heeft de fietser de Politie aansprakelijk gesteld. De Politie heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen.
Oordeel kantonrechter
Door de kantonrechter is geoordeeld dat de afzetting van het tweede wildrooster onvoldoende zichtbaar was en dat hierdoor een gevaarzettende situatie in het leven is geroepen. De kantonrechter betoogt dat de Politie adequate maatregelen had moeten treffen om zeker te stellen dat geen enkele voorbijganger de afzetting zou kunnen passeren.
Dat de Politie over niet meer afzetlint beschikte komt naar het oordeel van de kantonrechter voor haar eigen rekening en risico. De kantonrechter verwierp het beroep van de Politie op eigen schuld van de fietser.
Tegen de uitspraak van de kantonrechter is hoger beroep ingesteld waarna het Hof Den Bosch zich over de zaak heeft gebogen. Lees: ECLI:NL:GHSHE:2014:5184
Uitspraak hof
Het Hof oordeelt dat het vaststaat dat de Politie wist dat fietsers en voetgangers het natuurgebied zouden kunnen betreden en dat de Politie met de afzettingen van de wildroosters niet het oog had op het weren van deze weggebruikers. Aan het verweer van dat er op een zondagochtend in oktober nauwelijks weggebruikers waren te verwachten gaat het Hof voorbij.
Daarnaast stelt het Hof vast dat op grond van algemene ervaringsregels kan worden aangenomen dat mensen niet bij uitzondering de zondagochtend gebruiken om in de natuur te sporten of anderszins te recreëren, ook in oktober, en dat is voor de Politie voorzienbaar.
De rechter concludeert dat het lint niet zichtbaar genoeg was omdat ‘geen redelijk denkende persoon willens en wetens tegen een dergelijke afzetting fietst’.