Een wijkagent uit Wijk bij Duurstede kwam op 18 mei 2015 niet de spreekwoordelijke man met de hamer tegen, maar kwam letterlijk een man tegen die hem met een hamer op het hoofd sloeg. Tijdens een controlebezoek pakte de verdachte zonder aanleiding een hamer en sloeg de agent op zijn hoofd. De agent is met ernstige verwondingen aan zijn hoofd in het ziekenhuis opgenomen. De politieagent wist de verdachte te arresteren en kon hulp inroepen. Als gevolg van de klap met de hamer heeft de politieagent letselschade opgelopen. Op welke manier kan de politieagent de letselschade verhalen op de verdachte?
Voegen als benadeelde
In de onderhavige casus, zal de verdachte zeer waarschijnlijk strafrechtelijk worden vervolgd door de officier van justitie. De wijkagent heeft schade geleden door een strafbaar feit. Indien het strafbare feit ten laste wordt gelegd aan de verdachte, kan de wijkagent zich als benadeelde voegen in de strafzaak tegen de verdachte.[1] Indien een ander strafbaar feit ten laste wordt gelegd zal er geen sprake zijn van rechtstreekse schade en kan de wijkagent zich niet voegen als benadeelde.
Schadeopgaveformulier Misdrijven
Een benadeelde kan zich voegen door middel van het indienen van een Schadeopgaveformulier Misdrijven. Dit formulier moet ingediend worden bij de officier van justitie.[2] Het Openbaar Ministerie zal de schade proberen te regelen. De vordering hoeft niet daadwerkelijk bij de rechter te komen. Het Openbaar Ministerie houdt bij de verdere afdoening van de strafzaak rekening met de bereidheid van de verdachte om de schade te vergoeden.[3]
Een benadeelde partij hoeft niet te stellen dat het tenlastegelegde feit is begaan. Het is voldoende om de feitelijke grondslagen van de vorderingen in te dienen. Er dient door de benadeelde een concreet bedrag te worden gevorderd. Een pro memorie post zal niet-ontvankelijk worden verklaard.
Schadevergoedingsmaatregel
In het strafrecht is de schadevergoedingsmaatregel geïntroduceerd. Als een verdacht wordt veroordeeld voor een strafbaar feit kan de verdachte een schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer aan de Staat moeten betalen. In dit geval draag het Openbaar Ministerie zorg voor het innen van de toegekende schadevergoeding. Een verdacht moet in dit geval eveneens naar burgerlijk recht aansprakelijk zijn voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht.[4]
Voorschotregeling
Daarnaast geld in het strafrecht de zogenoemde voorschotregeling. Indien er een schadevergoedingsmaatregel is opgelegd, zorgt deze regeling ervoor dat het slachtoffer de schadevergoeding van de Staat uitgekeerd krijgt als de verdachte niet binnen 8 maanden aan zijn betalingsverplichting voldoet.[5]
De civiele procedure
Naast de strafrechtelijke procedure kan de wijkagent een vordering instellen bij de civiele rechter.
In deze situatie kan de wijkagent een vordering jegens de verdachte instellen op grond van een onrechtmatige daad. In dit geval dient de wijkagent te stellen en te bewijzen dat de verdachte jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld.[6] Een andere mogelijkheid voor de wijkagent is om een vordering jegens zijn werkgever in te stellen. Blijkens artikel 7:658 BW is een werkgever aansprakelijk voor schade die de werknemer lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden.
Aansprakelijkheidsvraag
De eerste stap in de civiele procedure is de aansprakelijkheidsvraag. Is de verdachte in de onderhavige situatie aansprakelijk voor de schade die de wijkagent door de klap met de hamer heeft geleden? Daar de verdachte direct is aangehouden, zal ten aanzien van de aansprakelijkheidsvraag weinig discussie ontstaan.
Schaderegelingstraject
De tweede stap in de civiele procedure is het schaderegelingstraject. In deze fase wordt begroot welke schade de wijkagent heeft geleden. Hierbij kunt u denken aan het verlies van arbeidsvermogen, ziekenhuiskosten, materiële schade (zoals bijvoorbeeld kapotte kleding etc.), maar ook immateriële schade. Ten aanzien van schadeposten als huishoudelijke hulp, zelfredzaamheid, reiskostenvergoeding, ziekenhuisdaggeldvergoeding en schade in verband met studievertraging, worden doorgaans de richtlijnen van de Letselschaderaad aangehouden. Tot slot worden de redelijke buitengerechtelijke kosten van juridische bijstand vergoed als de aansprakelijkheid is erkend.
De drie routes voor de wijkagent
De wijkagent in de onderhavige casus kan de volgende drie routes volgen om schadevergoeding te vorderen.
De wijkagent kan zich voegen in het strafproces. Indien er een schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd, geniet de wijkagent de bescherming van de voorschotregeling. Indien de verdachte na 8 maanden de schadevergoeding niet heeft voldaan, betaalt de Staat de schadevergoeding aan de wijkagent.
Daarnaast kan de wijkagent twee verschillende routes volgen in het civiele recht. Hij kan de verdachte op grond van een onrechtmatige daad aanspreken. Als de schade in dit geval wordt toegekend, is het echter nog de vraag of hij de schadevergoeding ook daadwerkelijk betaald krijgt. Van een kale kip valt immers niet te plukken.
Tot slot kan de wijkagent zijn werkgever aansprakelijk stellen op grond van werkgeversaansprakelijkheid. De wijkagent hoeft hier enkel te bewijzen dat hij letsel heeft geleden in uitoefening van zijn werkzaamheden, hetgeen in de onderhavige casus waarschijnlijk niet ter discussie zal staan. Voorts zijn werkgevers doorgaans verzekerd tegen dergelijke bedrijfsongevallen en kan in dat geval de schade geregeld worden met de verzekering.
Heeft u letsel opgelopen en wilt u weten welke mogelijkheden er in uw geval zijn om de schade te verhalen? Neem dan geheel vrijblijvend contact op met een ervaren letselschade advocaat van Utrecht Letselschade Advies.
[1] Artikel 51f lid 1 Sv.
[2] Artikel 51g lid 1 Sv.
[3] M.E. Franke, Handboek Personenschade. 3105 Shock- en affectieschade.
[4] Artikel 36f lid 2 Sv.
[5] Artikel 36f lid 7 Sv.
[6] Artikel 6:162 BW.