Bij de behandeling van letselschadezaken wordt vaak de vraag gesteld of de kosten voor huishoudelijke hulp en mantelzorg ook voor vergoeding in aanmerking komen.
Voor het vaststellen van deze vergoeding geldt vaste rechtspraak. Het slachtoffer heeft recht op vergoeding voor noodzakelijke verpleging en verzorging. De benadeelde heeft daarbij maximaal recht op vergoeding ter hoogte van de bespaarde kosten van professionele hulp.
Wetsvoorstel verruiming schadevergoeding door letsel en overlijden
In het wetsvoorstel “Verruiming schadevergoeding door letsel en overlijden” wordt de mogelijkheid voor toekenning van schadevergoeding voor het begeleiden en verzorgen van een slachtoffer nog verder opgerekt. Er zal op grond van 6:96 BW worden getoetst aan de redelijkheid. Dit betekent dat ook de (inkomens-) schade van derden die het slachtoffer verzorgen voor vergoeding in aanmerking komt. Wat de consequenties hiervan zullen zijn voor de toekomstige schade zal nader moeten bekeken.
De redelijkheid is beslissend
T. Hartlief heeft zich ook over het wetsvoorstel uitgelaten:[1]
“Nieuw is een regeling van de verzorgingskosten in art. 6:96 lid 2 letter d dat de gekwetste recht geeft op redelijke kosten gemaakt voor een redelijke verzorging, verpleging, begeleiding en huishoudelijke hulp. Hoewel de tekst anders suggereert, blijkt uit de MvT dat hier geen recht op ‘adequate’ zorg wordt bedoeld, integendeel. De benadeelde mag niet langer, zoals nu niet valt uit te sluiten, om financiële redenen (schadebeperking) worden gedwongen om zich buiten zijn gezin bijvoorbeeld in een verpleeghuis door professionele krachten te laten verzorgen. Hij mag kiezen voor verzorging in de eigen omgeving door naaste familie die daarvoor eventueel minder moet gaan werken.”
“Ook hier wil de MvT helderheid verschaffen: waar naasten in het huidige recht, of ze nu vrije tijd, vakantiedagen of inkomen inleveren voor de verzorging van een dierbare, ex art. 6:107 nooit meer ontvangen dan de bespaarde kosten van een professional, komt nu ook een eventueel hoger inkomensverlies voor vergoeding in aanmerking. Beslissend is steeds de redelijkheid, niet langer of inschakelen van een professional normaal en gebruikelijk is.”
Verschuiving in de rechtspraak
Ook in de rechtspraak lijkt een verschuiving plaats te vinden. In de uitspraak van de Rechtbank Arnhem van 29 september 2010, LJN BN 9351, wordt een vergoeding gevorderd voor de tijd die een echtgenoot kwijt is aan het rijden naar en begeleiden van het slachtoffer bij diverse bezoeken aan medici. De vordering wordt toegekend.
[1] NJB 2014/1270, afl. 26, p. 1727