Stel, je bent in gemeenschap van goederen getrouwd. Tijdens je huwelijk ben je het slachtoffer geworden van een ongeval en loop je ernstig letsel op. Door het ongeval ben je niet langer in staat om te werken. De inkomensschade die je hierdoor lijdt, wordt opgenomen in de schadevergoeding. Ook krijg je een schadevergoeding voor het leed dat jou is aangedaan, een zogezegde ‘pleister op de wond’. Wat gebeurt er met de schadevergoeding als je gaat scheiden?
Trouwen in gemeenschap van goederen
Als je in gemeenschap van goederen bent getrouwd, betekent dit dat alles wat je bezit in beginsel tot de gemeenschap behoort. Het huis, de meubels, de auto, het geld op de bankrekening, als ook een afgesloten lening, vallen allemaal in de gemeenschap. Bij een scheiding krijgt ieder in beginsel de helft van de gemeenschap.
Als een goed – denk aan een auto, geldbedrag, huis, etc. – zeer persoonsgebonden is, kan het zijn dat het goed buiten de gemeenschap valt. Dit hangt af van de aard van het goed en van de maatschappelijke opvattingen. In dat geval is het goed bijzonder verknocht.
De schadevergoeding identificeren
Een schadevergoeding is niet automatisch bijzonder verknocht aan het slachtoffer. De schadevergoeding moet nog te identificeren en aanwezig zijn. Als slachtoffer moet je kunnen aantonen op welke schade de schadevergoeding ziet. Een schadevergoeding kan zien op materiële schade, zoals huishoudelijke hulp, beschadigde zaken, reiskosten, medische kosten en inkomensschade. Een schadevergoeding kan ook zien op immateriële schade, ook wel smartengeld genoemd.
Immateriële schade
Immateriële schade is bedoeld om het leed te ‘verzachten’ dat jij als slachtoffer hebt ondergaan en mogelijk in de toekomst nog zal ondergaan. Kun jij als slachtoffer duidelijk laten zien dat jouw schadevergoeding enkel ziet op immateriële schade? En is de schadevergoeding nog te identificeren en aanwezig? In dat geval zal de schadevergoeding ‘bijzonder verknocht’ zijn en valt de schadevergoeding buiten de gemeenschap van goederen.[1]
Materiële schade
Als je niet langer kunt werken, ontvang je een schadevergoeding voor de inkomensschade.
In geval van toekomstige inkomensschade zal het slachtoffer na ontbinding van de gemeenschap nog schade lijden als gevolg van het ongeval. De inkomensschade die je in de toekomst lijdt is verknocht en valt buiten de gemeenschap van goederen. Wel dien je aan te tonen welk bedrag ziet op de toekomstige inkomensschade.
Aankopen met de schadevergoeding
Wat als je met de schadevergoeding een ander goed, zoals bijvoorbeeld een bedrijfspand koopt? Is het bedrijfspand dan ook verknocht aan de persoon? Het Hof Amsterdam geeft in een recente uitspraak aan dat niet ieder goed in de plaats treedt van een verknocht goed.[2] Ten eerste is het van belang dat het duidelijk is dat het pand is gekocht met gelden van de schadevergoeding. Ten tweede zal er opnieuw gekeken moeten worden naar de aard van het goed en naar de maatschappelijke opvattingen. Koop je een bedrijfspand om weer ‘levensmoed’ te krijgen, dan blijkt dat uit de uitspraak dat het bedrijfspand buiten de gemeenschap van goederen valt.[3]
Schadevergoeding na echtscheiding
Als je gaat scheiden, let er dan goed op dat je moet aantonen op welke schade de schadevergoeding ziet. Gebleken is dat smartengeld en toekomstige inkomensschade verknocht kunnen zijn aan de persoon, mits de schadevergoeding nog te identificeren en aanwezig is.
[1] Hof Amsterdam 8 april 2014, NJ2015/9.
[2] Hof Amsterdam 22 juli 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:6041, r.o. 4.15.
[3] Hof Amsterdam 22 juli 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:6041, r.o. 4.15.